Digitaal contant geld – een verrassende ontknoping?

Op 16 september gaat OnsGeld een workshop verzorgen op de centrale bijeenkomst van het Alternative Finance Festival in Utrecht. Edgar Wortmann van OnsGeld geeft alvast een idee wat je in die workshop kunt verwachten.

De digitalisering ging voorbij aan contant geld. Maar dat gaat veranderen. In deze workshop verkennen we de gevolgen van een digitale euro voor het financiële stelsel. Je zult verrast zijn hoe logisch en fundamenteel de veranderingen zijn die ons te wachten staan. Inmiddels weet je het wel: “banken scheppen ons geld”. Nu ja, ze maken iets wat wij als geld gebruiken: geldtegoeden. Zo’n tegoed is een vordering op je bank. Dat wil nog niet zeggen dat het geld dat je van je bank te goed hebt ook echt bestaat. Zolang je het niet opneemt hoeft dat ook niet. Pas als jij je tegoed contant opneemt wordt die schepping noodzakelijk.

Je tegoed neem je op in bankbiljetten. Deze worden geschapen door de centrale bank. Die houdt haar schepping in beginsel verborgen. Pas als een bank ze koopt komen biljetten in omloop. Banken kunnen zoveel biljetten kopen als dat ze krediet hebben bij de centrale bank. Maar liever zetten ze hun krediet niet om in contanten. Ze proberen contante opname juist te beperken. Dan blijven de tegoeden op de bank. Die kan ze dan gebruiken ter financiering van haar onderneming.

Afschaffing van contant geld

Voor banken zou het fijn zijn als contant geld wordt afgeschaft. Dan hoeven ze niet meer bang te zijn dat klanten hun tegoeden opnemen. Door geldopname raken ze hun financiering kwijt. Het is niet prettig ondernemen als jouw financiers hun inleg op ieder moment kunnen terugvragen. Voor banken is dat echter de realiteit. Het geeft hen ook een voordeel: ze kunnen zeer voordelig aan geld komen.

Wat banken aantrekken als financiering, beschouwen rekeninghouders als hun geld. Dat laatste is echter een illusie. Het geld dat ze menen te bezitten is in de bank geïnvesteerd. Deze moet voldoen aan regels die zorgen dat rekeninghouders hun geld desgevraagd terugkrijgen. Maar of dat ook lukt hangt af van de toestand van de bank. Als die het geleende geld heeft verkwanseld, zorgt de overheid dat het tekort wordt bijgepast. Zij laat immers toe dat banken zich met spaargeld financieren. Andere ondernemingen mogen dat niet. Die moeten hun financiers duidelijk maken waarin ze investeren, en met welke risico’s dat gepaard gaat. Voor banken is het anders geregeld. Zij mogen geld lenen onder het voorwendsel dat de geldgever zijn geld ‘spaart’.

Alleenrecht van banken

Banken hebben het alleenrecht om zich zo te financieren. Voor het geleende geld creëren ze tegoeden. Ze mogen het geleende bovendien aan anderen doorlenen. Ook dan creëren ze weer tegoeden. Omdat beide tegoeden als geld worden gezien, lijken banken geld te scheppen. Op dat schijnbare geld is het bankgeldstelsel gebouwd. Dat is geen solide basis. Het bankgeldstelsel is dan ook aanhoudend bron van crises.

De overheid pakt dit gammele geldstelsel niet aan. Ze dwingt iedereen er zelfs gebruik van te maken. Een veilige plek voor geld wordt niet geboden. Geld wordt structureel blootgesteld aan inflatie. Wie zijn koopkracht wil sparen is overgeleverd aan de bank, die de geldontwaarding met rente compenseert. Die rente moet ze ergens vandaan halen. De bank voorziet daarin door het spaargeld zelf te gebruiken, met de bedoeling om zelf winst te maken.

Modernisering van het geldsysteem

In het verleden had de tussenkomst van banken een functie. Banken zorgden dat je over afstand kon betalen, zonder gesleep met contant geld. Sinds de komst van het internet is dat echter achterhaald.
Het is niet meer nodig om het geldverkeer via banken te laten lopen. De nadelen ervan zijn legio. Het stelt de geldomloop bloot aan risico’s en commerciële exploitatie. Het belast de samenleving met schulden die zorgen voor stagnatie. Met inflatie trachten banken dat te mitigeren. Het resultaat is een labiel geldstelsel dat de samenleving ondermijnt.

Een digitale euro kan dit doorbreken. Deze combineert de zekerheid van contant geld met het betaalgemak van bankgeld. Een digitale euro kun je veilig sparen in je digitale kluis, zonder het uit te lenen aan een bank. Met een digitale euro kunnen spaargeld en bankfinanciering van elkaar worden gescheiden. Investeren in een bank wordt dan een bewuste beleggingsactiviteit. De geldomloop komt geheel te bestaan uit digitaal en fysiek contant geld. Dat maakt de geldomloop beter beheersbaar.

Inflatie als doel van monetair beleid kan dan worden afgeschaft, evenals alle privileges van banken. Banken worden dan gewone ondernemingen waar geen speciale regels voor hoeven te gelden. Dat verbetert de kredietverlening. Deze wordt concurrerender en decentraler. Kredietbeslissingen worden dan genomen door degen die het kredietrisico lopen. Risico’s worden dan bewust gewogen en gedragen. Voor afwenteling van verliezen op de samenleving is dan geen plaats meer. Digitaal contant geld blijft onaangetast, zelfs als alle banken failliet zouden gaan.

Overheid als digitale geldschepper

Contant geld is van groot belang. Banken hebben er belang bij om het te laten verdwijnen. Voor de samenleving is het van belang dat er een digitale variant van komt, die het bankgeld kan vervangen. Dit zou diep ingrijpen in het geldsysteem. De afhankelijkheid van banken wordt dan doorbroken. Dat maakt het geld stabieler en liberaliseert de kredietverlening. Hier ligt een taak voor de overheid, die haar rol als geldschepper nieuw leven in zou blazen, door de samenleving van digitaal contant geld te voorzien.


Edgar Wortmann – 14 augustus 2018

Deel deze pagina